Snijd een halve rode paprika fijn. Snijd daarna de sjalot zeer fijn. Snijd vervolgens de rode peper, stengel citroengras (de buitenste bladeren gebruik je niet) en 1 stuk geschilde gember ter grootte van een pingpongbal zeer fijn. Voeg 50 g paneermeel, de gember, de rode peper, de sjalot, het citroengras, 3 handen geknipte koriander, 2 el vissaus en een ei toe aan het gehakt. Meng goed en kruid af met peper en zout. Doe de paprika bij het gehakt en meng.
Voor de dumplingvelletjes gebruik je best ronde. Als je vierkante moet kopen, dan maak je best buideltjes van de dumplings. Of je maakt er zelf rondjes van met een uitsteekvorm of een glas. Neem de velletjes en vul ze 1 voor 1 met het gehaktmengsel. Dat doe je door 1 kl vulling in het midden van het lapje te leggen. Je maakt de randen nat met je vinger. En dan plooi je het deeglapje dubbel. Je maakt er rechts een kneepje in, en dan maak je overlappende plooitjes. Je drukt ze bovenaan toe. (Als het snel moet gaan, kan je ook buideltjes maken, door ze bovenaan dicht te duwen.
Verhit 1 el olie in een pan en bak de dumplings 2 min aan. Voeg 150 ml water toe en laat de dumplings 5 min onder een deksel sudderen. Serveer de dumplings met een zoete of pikante chilisaus of een dipsausje van sesamolie, sojasaus en zoete chilisaus. Smakelijk!
