Voor de taartbodem
Begin met 240 g bloem en 90 g suiker te mengen in de keukenmachine met het vlinderopzetstuk. Voeg daarna 1 eidooier toe en laat rustig draaien tot hij opgenomen is in de bloem. Voeg tot slot 135 g boter toe, koud en in blokjes gesneden. Draai kort verder tot je een glad deeg hebt.
Rol het deeg in plasticfolie en leg het een uurtje in de koelkast voordat je het uitrolt. Gebruik bij het uitrollen van je deeg veel bloem, zodat het niet plakt! Rol het uit tot ongeveer 3 mm dikte. Het is handig als je tijdens het rollen het deegstuk regelmatig omdraait, zo zorg je ervoor dat het niet aan het werkvlak plakt.
Steek voor kleine vormpjes deegstukjes uit die een paar centimeter groter zijn dan de vormpjes. Leg de stukjes deeg in de vormpjes en druk ze goed aan tegen de randen. Je krijgt een mooi bakresultaat als je de vormpjes met het deeg een halfuurtje in de diepvries zet, zo blijft het deeg lekker strak tegen de randjes.
Bak ze af in een voorverwarmde oven van 175 °C gedurende een 20-tal min, tot ze mooi goudbruin zijn. Je kan de taartbodems gemakkelijk een week bewaren in een luchtdichte doos, handig als je ze van tevoren wil maken!
Voor de crème prise
Start eerst met het maken van een crème pâtissière. Breng 450 g melk met 50 g room aan de kook in een kookpan of steelpan. Klop intussen 100 g eidooiers los met 100 g suiker en 42 g maizena. Giet een beetje van de warme melk bij de dooiers en roer alles goed los. Doe dit mengsel terug in de pan en laat het indikken. Blijf roeren zodat het niet aanbrandt en er zich ook geen klonters vormen. Stort de crème pâtissière in een ondiepe schaal en dek onmiddellijk af met plasticfolie.
Klop daarna 200 g slagroom lobbig en schem hem door 200 g van je zelfgemaakte crème pâtissière.
Voor de afwerking
Vul de taartbodem met de lichte crème en strijk de bovenkant mooi glad met een spatel. Werk je taartje af met het fruit. Je kan er voor het contrast nog een blaadje groen op leggen of eetbare bloemen.